HOLTEN – Zoals aangekondigd hebben de colleges van B&W van de gemeenten Rijssen-Holten en Hellendoorn overleg gevoerd over de concept-uittredingsvoorwaarden zoals die onlangs bij meerderheid door het Algemeen Bestuur SOWECO zijn vastgesteld.
De colleges hebben aan de gemeenteraden van Rijssen-Holten en Hellendoorn gerapporteerd dat deze voorwaarden volstrekt niet passen binnen de randvoorwaarden die in maart/april 2012 door de beide raden zijn gesteld bij de vaststelling van hun voorgenomen uittredingsbesluit. De beide gemeenten hebben zowel bezwaar tegen de hoogte van de door het AB geëiste uittreedsom, als tegen het feit dat het AB de eerdere gemaakte procesafspraken éénzijdig wijzigt om de uittreding hoe dan ook per 1-1-2014 te af te wikkelen.
Volgens planning worden de concept-uittredingsvoorwaarden door het AB definitief vastgesteld op 17 oktober a.s. Om ongewenste gevolgen van een dergelijk besluit te voorkomen, stellen de beide colleges hun raden voor om uit te spreken dat de gemeenten Rijssen-Holten en Hellendoorn onder de nu gestelde voorwaarden niet van plan zijn uit te treden uit de GR SOWECO. Daartoe wordt aan de raden voorgesteld het eerder genoemde raadsbesluit van maart/april 2012 in te trekken.
Omdat beide gemeenten voorstander blijven van een zo lokaal mogelijke uitvoering van de Wsw, beraden de colleges zich nog over de verder te ondernemen stappen.
Inhoudelijk gaat het geschil over de door het AB SOWECO bij meerderheid vastgestelde hoogte van de uittreedsom van 5,7 mln. De gemeenten Rijssen-Holten en Hellendoorn hebben middels een tegenberekening (die uitkwam op 2,7 mln) op diverse punten aangetoond dat de geëiste schadevergoeding niet reëel is. Bovendien wordt hiermee géén recht gedaan aan de eerdere besluitvorming binnen het DB / AB SOWECO, waar het voorgenomen uittredingsverzoek van Rijssen-Holten en Hellendoorn mede op was gebaseerd. De beide gemeenten vinden de geëiste uittreedsom buiten-proportioneel en geen verantwoorde besteding van gemeenschapsgelden.
Daar komt bij dat het AB SOWECO nu onverkort wil vasthouden aan de uittreeddatum van 1-1-2014, en daarvoor het eerder door haarzelf unaniem vastgestelde stappenplan terzijde schuift. Volgens de planning van het stappenplan zou er na het definitieve AB-besluit (voorzien in april/mei 2013) nog een periode van 7 – 8 maanden resteren voor de definitieve besluitvorming binnen de gemeenten, inclusief een termijn van 3 – 6 maanden voor de praktische ontvlechting uit SOWECO en de lokale organisatie-opbouw. De realiteit is dat het definitieve AB-besluit nu op 17 oktober zal plaatsvinden. Het gevolg is dat er géén tijd meer wordt genomen voor besluitvorming binnen de raden en dat er onvoldoende tijd is voor een zorgvuldige implementatie. Het AB van SOWECO houdt geen enkele rekening met deze vertraging, en gaat voorbij aan de bevoegdheid van de gemeenteraden om een definitief besluit over de uittreding te nemen. Bovendien is dit voorgestelde nieuwe tijdpad in strijd met de door het AB zelf steeds bepleitte zorgvuldigheid en redelijkheid. De gemeenten Rijssen-Holten en Hellendoorn constateren dat de invoeringsdatum van 1-1-2014 praktisch niet meer haalbaar is, en vinden het geforceerd doorvoeren hiervan niet in het belang van de doelgroep.
De gemeenten Rijssen-Holten en Hellendoorn hebben in verband met de opgelopen vertraging al eerder een beroep bij Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel ingediend. In het verlengde daarvan kan inhoudelijk beroep bij GS worden ingesteld tegen de hoogte van de uittreedsom. Uit ingewonnen juridisch advies blijkt echter dat dit géén opschortende werking heeft. De uittreding zou dan al wel ingaan per 1-1-2014, onder de door het AB vastgestelde voorwaarden. De gemeenten krijgen dan pas duidelijkheid over de uitspraak van GS over de hoogte van de uittreedsom, als zij al gestart zijn met de lokale uitvoering. De gemeente kan dan in feite niet meer terug, ook al zou de afkoopsom hoger uitpakken dan financieel verantwoord is.
De colleges van B&W van Rijssen-Holten en Hellendoorn wensen het risico te voorkomen om geconfronteerd te worden met een onverantwoord hoge uittreedsom en een praktisch onhaalbare invoeringsdatum voor de lokale uitvoering van de Wsw. Bovendien vinden zij het belangrijk om als gemeenten zelf de regie te houden over het wel of niet deel uitmaken van een gemeenschappelijke regeling, zoals in dit geval de GR SOWECO.
Daarom wordt nu aan de beide gemeenteraden voorgesteld het eerder genomen voorgenomen uittredingsbesluit in te trekken, en uit te spreken dat de gemeenten Rijssen-Holten en Hellendoorn op basis van de nu aangeboden concept-uittredingsvoorwaarden niet wensen uit te treden uit de GR SOWECO. Dit heeft tot gevolg dat de beide gemeenten in ieder geval vooralsnog deel blijven uitmaken van de GR SOWECO, en daarin ook hun financiële bijdrage moeten leveren. Beide gemeenten geven daarbij aan dat zij zullen blijven aandringen op verdere verlaging van de tekorten bij SOWECO. Daarbij spreken beide gemeenten de bereidheid uit om in gesprek te gaan met de overige in SOWECO deelnemende gemeenten, waarbij ook onderzoek gedaan kan worden naar alternatieve scenario’s waarmee alle partijen zouden kunnen instemmen.
Omdat beide gemeenten voorstander blijven van een zo lokaal mogelijke uitvoering van de Wsw, beraden zij zich nog over de verder te ondernemen stappen. De colleges hebben opdracht gegeven om hierover binnenkort nader te adviseren, en daarbij ook de ontwikkelingen ten aanzien van de nieuwe Participatiewet te betrekken. In afwachting van de verdere besluitvorming worden de voorbereidingen voor lokale uitvoering voortgezet.