Vlammen vloeien, vuren loeien
Vonken spetteren, strohalmen knetteren
Rookzuilen wuiven, aswolken stuiven
Van alle daken de binten kraken
Er branden deuren en muren scheuren
O wee, o wee, owee, owee
O wee, o wee, owee, owee
Potten en pannen vazen en kannen
Bezems en boenders, voer voor de hoenders
Spijzen en dranken, stoelen en banken
Hamers en bijlen, zagen en vijlen
Kasten met kleren, Kussens met veren
Alles is weg, alles is weg
Alles is weg, alles is weg
Trouwe toren, ging verloren
Hij wees naar boven, om God te loven
Neer ploften klokken, een viel in brikken
Verbrande kerk, ’t lijkt duivelswerk
De school is verdwenen, alles vlood henen
O wee, o wee, owee, owee
O wee, o wee, owee, owee