De Bergweg, zo moe van het vele verkeer
Rust thans in de nanacht wat uit
Verlaten en stil, want geen mensen meer
Scheuren stilte met motorgeluid
Ver boven het donker van Bergweg en bos
Staan sterren heel hoog aan ’t plafond
Vol vrede te schijnen, van d’ aarde los
Zij zenden hun licht naar de grond
Maar morgenlicht duwt nu de late nacht
Heel langzaam naar ’t westen wel toe
Zie dan, hoe de Bergweg ontwaakt en lacht
Bij dat licht van de kim niet meer moe
De donkere stammen met naalden en loof
Van spar, den of eik, beuk of berk
Omlijsten de weg, waar het licht langs schoof
Dat vogels reeds roept tot hun werk
Reebokje, reebokje
Spring door het bos, bokje
Reebokje, reebokje
Vlucht in het bos, bokje
Reebokje, reebokje
Ren door het bos als konijntjes
door struiken en takjes met
sprongetjes gaan
Vlucht, want de dag breekt aan