Vrolijk, vrolijk, vrolijk zonder zorgen
Groet ik blijde elke nieuwe morgen
Lustig zwem ik en geniet voedsel dat ontbreekt mij niet
Vrolijk ga ik verder opgewekt en blij
Ginds zie ik mijn vrienden en ze wachten reeds op mij
Voort, steeds maar voort, voort, steeds maar voort
De zee is mij een lief’lijk oord
Zingend, stoeiend, duik’lend in de golven
Dan door ’t water helemaal bedolven
Doch dat deert mijn huidje niet
Lustig zing ik ’t walvislied
Zon en wind en water van de grote zee
Met haar eeuwig ruisen, gaan mijn hele leven mee
Voort, steeds maar voort, voort, steeds maar voort
De zee is mij een lief’lijk oord