HOLTEN – Sporen van jachtkampen uit de steentijd en mogelijk resten van een landweer, wellicht zelfs de Sallandse landweer, zijn gevonden bij de archeologische onderzoeken in plan De Liezen in Holten.
Maar ze waren niet interessant genoeg om te worden opgegraven en dus gaan ze ten onder aan het nieuwbouwgeweld.
Als de bodem wordt verstoord, moeten belangrijke archeologische resten intact blijven. Bij voorkeur in de bodem, en als het echt niet anders, door opgraven. Dat is zo’n beetje de kern van de Archeologiewet, die sinds 2003 geldt.
Bij elk nieuwbouwplan hoort tegenwoordig dus niet alleen een bestemmingsplan, bouwvergunningen en een plan voor de waterhuishouding, maar ook een verkennend archeologisch onderzoek. Bij plan De Liezen ging dat niet anders: vorig jaar al werden proefboringen en veldonderzoek gedaan door archeologisch onderzoeksbureau Vestigia.
Wat houtskoolresten en vuursteensplinters – meer kwam er niet naar boven. Vestigia rapporteerde dit echter met een dikke vette mƔƔr, want in het oostelijke deel van het gebied zijn esdekken aanwezig. Dat zijn oude bouwlanden die vanaf in de late middeleeuwen in verschillende delen van Nederland zijn ontstaan door langdurige potstalbemesting.
Esdekken zijn aangelegd op hoger gelegen delen. En juist op die hogere delen woonden en boerden onze prehistorische voorouders. Er is dus een dikke kans dat onder de Holtense esdekken ook prehistorische nederzettinkjes verborgen liggen. Maar omdat er zoveel mest en zand Ā van de potstalbemesting – overĀheen ligt, zijn ze moeilijk te vinĀden. ,,Archeologische witte plekĀken”, noemt Vestigia dat. Mede daarom adviseerde het bureau de gemeente een paar proefsleuven te graven om eens te kijken wat er werkelijk in de grond zit.
Dat werk werd gedaan door archeologisch adviesbureau BAAK. Uit het rapport van BAAK, dat dateert van november vorig jaar, blijkt dat er wat resten worden gevonden van jachtkampen uit de steentijd. Verder troffen de archeologen iets aan wat een landweer zou kunnen zijn. Misschien zelfs de Sallandse landweer, waarvan nog altijd niet bekend is waar die precies heeft gelopen en waar verschillende verenigingen en personen, van Deventer tot en met Holten, nog altijd druk mee zijn.
Maar de resten, zo oordeelt BAAK, zijn miniem en van geringe archeologische waarde. De gemeente Rijssen-Holten heeft het rapport doorgespeeld naar de provinciaal archeologe en die is dezelfde mening toegedaan. Advies: gewoon beginnen met bouwen, want wat in de grond zit, is geen opgraving waard. En aldus geschiedde. Ook van het plan om hobby-archeologen de kans te geven te graven in het plangebied komt niets terecht. In De Liezen maakt het verleden plaats voor het heden: in rap tempo verschijnt de nieuwbouwwijk waar Holten lang op heeft gewacht.
(bron Stentor)