HOLTEN – Per 1 februari gewijzigde aanpak, Wmo-consulenten standaard op huisbezoek
Inwoners die een Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) aanvraag doen bij de gemeente gaan voortaan een andere aanpak ervaren. De Wmo-consulent legt huisbezoeken af waarin zij samen met de cliënt het probleem breed in kaart brengt. Samen kijken naar wat uiteindelijk de beste oplossing is.
De Wmo heeft als uiteindelijke doelstelling dat iedereen, niemand uitgezonderd, meedoet en meetelt in de samenleving. De gemeente helpt daarbij, maar kan dit niet alleen. De gemeente zet zich daarom in om het ‘modern noaberschap’ te stimuleren. Dit is ook een van de redenen waarom de manier van aanvragen verandert. Eerder vroeg men heel specifiek om een voorziening. Tegenwoordig kijkt de gemeente breder. De Wmo-consulent bespreekt met de cliënt zijn of haar specifieke situatie en het vermogen om zelf of samen met de sociale omgeving het probleem op te lossen. Door in gesprek te gaan tijdens de huisbezoeken komt de gemeente veel verder. De ‘oude’ aanvraagformulieren maken nu plaats voor een goed gesprek.
Wethouder Jan Ligtenberg: “Denken in alternatieve oplossingen, sociale kringen van mensen vergroten, nieuwe ideeën toepassen. Dat zijn de belangrijke doelstellingen en om deze te halen zijn veranderingen noodzakelijk. Deze verandering noemen we binnen de Wmo ‘de kanteling’. Dit vraagt om sociale samenhang binnen alle geledingen van de gemeenschap. We zien – niet alleen door de vergrijzing – steeds grotere en complexere problemen. Alleen kan de gemeente die niet oplossen. Met steun uit de gemeenschap gaat dat veel beter lukken waarbij de eigen kracht van mensen essentieel is”.
Concreet, hoe werkt de ‘nieuwe’ aanpak in de praktijk?
Degene die voor een Wmo aanvraag komt, meld zich bij het Zorgloket van de gemeente. De cliënt geeft aan wat het probleem is en welk doel hij/zij wil bereiken. In een meldingsformulier worden gegevens vastgelegd en daarna volgt binnen twee weken een huisbezoek door een Wmo-consulent.
Centraal staat: de cliënt doet zelf wat hij zelf kan en krijgt hulp van de gemeente als het nodig is.