HOLTEN – De traditie dat louter kinderen op Kerstavond kaarsjes zetten op de Canadese graven van de Holterberg wordt dit jaar een enkele keer onderbroken. Een volwassen vrouw brengt deze hulde voor haar oudoom. De herdenking begint zaterdag 24 december om 16.30 uur bij de Canadese erebegraafplaats. Debbie Cheung deed haar verzoek zo indringend, dat de organisatie, Stichting Viering Nationale Feestdagen Holten, een uitzondering maakt.
Omdat een familielid van een gevallene dit vraagt mag ze met de kinderen een kaars aansteken op het graf van haar oudoomāā, verklaart voorzitter Roland Cornelissen. Nagenoeg alle 1394 Canadezen op de erebegraafplaats van Holten liggen daar in hun tweede graf. Ze werden eerst elders in Nederlandse (dertig procent) of Duitse bodem begraven in zogeheten veldgraven. Dat moest meestal snel gebeuren omdat tijdens veldslagen geen tijd was voor rituelen. Veel legers, zoals het Duitse, begroeven hun doden direct naast de plek waar ze sneuvelden. Daardoor zijn veel veldgraven verloren gegaan, maar waarschijnlijk het minst bij de Canadezen. ,,Zij verzamelden hun gesneuvelde medestrijders, maakten tijdelijke begraafplaatsenāā, vertelt amateur-historicus Huub van Sabben, co-auteur van enkele oorlogsboeken. Dat kostte tijd en haast is vaak geboden aan het front. Kisten waren er niet bij, de Canadezen wikkelden hun gevallenen in lakens. Van elk graf werden de coƶrdinaten minutieus vastgelegd. Van Sabben: ,, De Canadezen hebben daardoor heel weinig vermisten in de strijd.
Het later opgraven voor de definitieve begrafenis op de Holterberg was vreselijk. De Amerikanen lieten dat Duitse krijgsgevangenen doen, De Canadezen wilden alles perse zelf doen, meten, de kleren en het half vergane lichaam op bijzondere kenmerken onderzoeken, en het gebit.āā
Van Sabben heeft in uiteenlopende documenten tien begraafplaatsen getraceerd tussen Almen en Teuge. Daar lagen in totaal 213 Canadezen, de helft van het aantal dat in heel Nederland sneuvelde. Vooral rond Twentekanaal, Schipbeek en IJssel is hevig gevochten. De grootste tijdelijke begraafplaats met 48 veldgraven lag bij de Oxerhof, een landgoed tussen Deventer en Epse. Freek in āt Hof uit Apeldoorn heeft het nagenoeg onbekende bestaan van tijdelijke graven onder de aandacht gebracht. Hij zag als negenjarige in zijn toenmalige woonplaat Colmschate hoe Canadezen enkele tientallen lijken op een rij legden en met lakens toegedekt ter voorbereiding van de begrafenis bij de Oxerhof. (bron Stentor)