‘k Vergeet je niet, school van mijn kinderjaren
Daar ik zo vaak je drempels overschreed
Om daar te zijn en kennis te vergaren
‘k Vergeet, ‘k vergeet je niet
‘k Vergeet, ‘k vergeet je niet
‘k Vergeet je niet nu ’t schoolgaan tot ’t verleden
Behoort, ofschoon ‘k mijn werk nu elders weet
Je blijft me bij tot op de dag van heden
‘k Wens, dat ‘k je nooit vergeet
‘k Wens, dat ‘k je nooit vergeet
Je worstelt diep in verre voorgeslachten
Met toekomst waar men ’t einde niet van ziet
Nu je hernieuwd weer jarenlang kunt wachten
Vergeet, vergeet mij niet!
Vergeet, vergeet mij niet!
(Wijze: “Skippers sankje”)